Zien
Ik zie mezelf dagelijks in de spiegel. Net als jij waarschijnlijk. Maar als ik mezelf zie in de spiegel, ben ik dat niet, niet helemaal. Ik zie mezelf méér als ik mezelf niet zie, in de spiegel, maar als ik wandel langs het strand en de zee zie.
Anderen zien mij. Maar ik weet niet wat ze zien. Ik denk dat ze een gedeelte zien van mij, maar ik hoop dat ze lang genoeg kijken om me helemaal te zien.
We kijken maar wat zien we eigenlijk? Wat wil je van jezelf laten zien? Zie je het aan? Of moet je het allemaal nog maar bezien? Zien en kijken is natuurlijk iets totaal anders. Zie je het verschil?
Als ik niet meer kon kijken zou ik dat verschrikkelijk vinden. Maar als ik niet meer kon zien, nog veel erger. Zouden blinde mensen op een bepaalde manier toch kunnen ‘zien’? Zien door ruiken, horen, proeven, voelen. En luisteren, begrijpen, aanvoelen, meeleven. Door dieper te kijken en in het donker te tasten kun je misschien wel beter leren zien. Soms belemmert het zicht in de spiegel namelijk het zicht op jezelf.
Ook met je ogen dicht kun je kijken. Kijken naar al die niet zichtbare gedeelten van jou. Je kan met je ogen dicht de zee zien, zie je? Dus zie je jezelf door die spiegel of neem je een kijkje in het donker. In jouw donker. Kijk maar wat je doet. Ik kan het je niet vertellen, helderziend ben ik niet. Ik vind het leuk als je me vertelt wat jij ziet. Geen haast. Zie maar. Dan kan je altijd nog zien.